Nieuwsbrief Weidevogelbescherming
Brabants Landschap
Weidevogelwerk – nr. 37 – september 2020 (17/09/2020)
![]() Vreemd seizoen…We drukken ons heel zacht uit als we 2020 een ‘vreemd’ seizoen noemen. Er was veel onzekerheid of het veldwerk wel gedaan kon worden en cursussen en excursies moesten worden afgelast. Ondertussen gingen de weidevogels gewoon broeden, maar hield de droogte aan. Toch is er veel gebeurd en hebben we ons een nieuwe manier van werken aangeleerd. ‘Het is even niet anders’, hoorde je vaak zeggen.In deze nieuwsbrief blikken we even terug op het broedseizoen. Daarnaast moeten we helaas melden dat Annette ons gaat verlaten. We zijn haar erg dankbaar voor al het werk wat ze voor ons en de weidevogels heeft gedaan. Verder staan in deze nieuwsbrief korte interviews met prachtige mensen uit ons weidevogelnetwerk en een paar over nieuwtjes uit het veld. Kortom, genoeg om even voor te gaan zitten! ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Voor dit nummer van ‘Weidevogelwerk’ hadden we de eer om een wel heel bijzonder interview af te nemen. We spraken met Ad Rijken. Hij is met zijn 96 jaar de oudste vrijwilliger van weidevogelgroep Waalwijk en hoogstwaarschijnlijk ook van heel Brabant, misschien wel van Nederland… Europa? Ter wereld? We proberen het uit te zoeken… Na het stellen van de eerste vraag, -of eigenlijk al ervoor- vertelt Ad honderduit. Als je met hem over weidevogels praat is het net alsof je een kraantje hebt opengedraaid: het blijft lopen…De liefde voor de natuur zit Ad in de genen, en werd aangewakkerd door een oom die hem, toen hij een jaar of 8 was, meenam om eendeneieren te gaan zoeken. De gevonden eieren werden gebakken, en hoewel Ad ze niet lekker vond is het zo wel allemaal begonnen, vertelt hij. In zijn schooltijd verzamelde hij, zoals veel jongens in die tijd, eieren van allerlei vogelsoorten. Het was een tijd waarin honderden kieviten in de Baardwijkse polder broedden. Die konden best af en toe een eitje missen. (Als we terugrekenen moet dat ruim voor de tweede wereldoorlog zijn geweest! red.) Later, toen de weidevogelstand achteruit ging, veranderde voor Ad het doel van het eieren zoeken. “De koningin weigerde ruim 50 jaar geleden het eerstgevonden kievitsei, wat traditioneel aan haar werd aangeboden”, en dat opende voor veel eierzoekers, waaronder ook Ad, de ogen, vertelt hij. Samen met zijn broers Arnold, die helaas is overleden, en Bob, die net als Ad nog steeds actief is binnen de weidevogelgroep, werden de nesten voortaan opgespoord om ze te beschermen bij landbouwactiviteiten.”Zo werd sport een hobby en daarmee nuttig vrijwilligerswerk.”Omdat Ad al van kinds af aan in het veld te vinden was vond -en vindt- hij de nesten gemakkelijk! “En”, zo vertelt hij, “mijn hart maakt nog steeds een sprongetje als ik een nest zie liggen, dat is niet veranderd nu we geen eieren meer meenemen, zoals lang geleden. In tegendeel, je bent blij als je een nest vindt omdat het dan beschermd wordt!” Ad heeft ook zijn klein- en achterkleinkinderen mee het veld in genomen om liefde voor de natuur en vooral voor de weidevogels over te brengen. “Één achterkleinkind is écht geïnteresseerd geraakt, die gaat in Wageningen studeren” vertelt hij, terecht trots.”Onze weidevogelgroep in Waalwijk wordt gecoördineerd door Harry Keijzer, die ook vier maal per jaar een prachtige nieuwsbrief uitbrengt. Heel belangrijk”, zegt Ad, “dat houdt de groep bij elkaar.” Ook vertelt Ad dat hij bewondering heeft voor de mensen van Brabants Landschap die elk jaar de jaaravond verzorgen, en goede informatie geven aan de groepen, met goed documentatiemateriaal voorzien van mooie foto’s. “Die ondersteuning is zó belangrijk, vooral ook voor de binding. Zonder dat zou de weidevogelbescherming niet zo functioneren als het nu doet.” Wij zijn natuurlijk zeer verguld met dit compliment en hopen Ad nog heel lang in het veld bezig te zien! Wij zijn trots op onze oudste vrijwilliger. Fantastisch om op die leeftijd nog zo actief en nuttig bezig te zijn! ![]() ![]() ![]() Wim Smits van Weidevogelgroep Altena had tijdens het afgelopen seizoen een bijzondere ervaring, die we onze lezers niet willen onthouden. Begin mei ziet Wim tijdens het observeren van een kievitperceel een scholekster zitten op de plaats waar de dag ervoor nog een kievit op het nest zat. De kievit zit een meter verderop. De kievit zou op dat moment zo’n tien dagen zitten te broeden, dus Wim wordt neuwsgierig en besluit de volgende dag om toch maar even te gaan kijken. Tot zijn verbazing heeft de scholekster er een ei bij gelegd in het kievitsnest (foto 1). De kievit is nergens meer te bekennen. Een paar dagen later liggen er twee scholekstereieren en is er een kievitsei verdwenen. Wel zitten er restanten van een eierdooier op een van de scholekstereieren… Van de rest van het ei is niets meer te zien. Enkele dagen later blijkt bij controle dat alle kievitseieren inmiddels zijn verdwenen. Eentje ligt nog naast het mandje waarop de scholekster nog steeds op de twee eieren broedt. (foto 2). Wim besluit het koude ei open te maken. Er zit een dood, onvolgroeid kuiken in, wat dus deels is uitgebroed door de kievit en deels door de scholekster. Waarna de scholekster waarschijnlijk besloot het kievitsei alsnog uit het nest te werken. Begin juni zijn de twee scholekstereieren uitgekomen en treft Wim de jongen nog in het nest aan. Heb je zelf ook iets bijzonders meegemaakt wat je graag wil delen met je collega-beschermers? Meld het ons via weidevogelbeschermingbrabant@gmail.com of anjapopelier@live.nl, onder vermelding van ‘input Weidevogelwerk’, en mogelijk zie je jouw verhaal terug in een van de volgende nummers. ![]() ![]() Weidevogelonderzoeker en -beschermer Gerrit Gerritsen, die tot zijn pensioen in 2020 bij Vogelbescherming werkte, ontdekte in 2019 iets heel bijzonders in ‘zijn’ weidevogelgebied in Overijssel. Tijdens het ringen van 2 wulpenkuikens zag hij dat ook hun vader geringd was. De eerste 5 cijfers van de zeven waaruit een ringnummer bestaat, kon hij met behulp van zijn telescoop aflezen. Toen hij thuis in de ringadministratie keek bleek dat hij de wulpenman als kuiken zelf had geringd in 1987 of 1988, maar om de precieze geboortedatum te weten moest hij het hele ringnummer kennen. Helaas kreeg hij de wulp in 2019 niet meer te zien. Gelukkig vond Gerrit hem in maart dit jaar terug op zijn oude stek. Toch waren er nog 6 bezoeken voor nodig voordat hij duidelijkheid kreeg. Op 19 mei 2020 was het zover. De wulp liep met zijn wijfje en een jong van vijf dagen oud dichtbij de weg. Nu kon hij het hele ringnummer aflezen. Wat bleek: hij had de wulpenman 32 jaar geleden als kuiken geringd in Staphorst. Fantastisch dat de wulp nog leeft, maar wat nog bijzonderder is: hij broedt nog steeds! Sinds 1970 wordt een lijst bijgehouden van de oudste individuen per vogelsoort. De Overijsselse wulp kraakt het Europese record met 2 maanden! Het melkveebedrijf van de familie Koorevaar in Lage Zwaluwe, waar elk jaar vele soorten weidevogels broeden, is ook gewild bij andere vogelsoorten. Naast bijvoorbeeld boerenzwaluwen, ring- en huismussen broeden er elk jaar drie soorten uilen op het erf: steenuil, kerkuil en ransuil. Ransuilen roesten er ook in de winter, zo’n 18 stuks afgelopen winter. (foto 1) De boom waarin de afgelopen jaren werd gebroed, waaide helaas om tijdens een storm. Daarop kozen de uilen een andere boom op het erf, maar daarin zaten geen oude kraaien- of eksternesten, die doorgaans worden gebruikt om te broeden. Uilenbeschermer Harry Fiolet plaatste daarom, jawel, een ‘weidevogelmandje’ in de boom, waarin de ransuil haar eieren legde! De boom is behoorlijk begroeid met klimop, maar met enig speurwerk is het mandje te zien. (foto 2) Uiteindelijk broedden de ransuilen drie à vier eieren uit, zo vertelde de familie Koorevaar. Om het de uilen gemakkelijk te maken zullen vóór komend broedseizoen in de ‘broedboom’ enkele speciale ransuilenmanden worden geplaatst. ![]() ![]() ![]() ![]() |